dinsdag 8 oktober 2013

Wiskunde en konijnen overzicht

“If you can dream it, you can do it.” – Walt Disney

De leerroute is zo goed als klaar. Hier en daar ben ik nog bezig met de eindopdrachten.

q8754img1.gif

In deze 'minicursus' maak je kennis met getallenstelsels, formules, grafieken, de rij van Fibonacci, de gulden snede, groeimodellen en meer...
  1. Inleiding
  2. Kippen en konijnen
    Veel problemen laten zich oplossen met 'gezond verstand' en 'puzzelen'. Het 'kippen en konijnen'-probleem is daar een voorbeeld van.
  3. Als je een konijn vraagt...
    Naar aanleiding van een gedicht van Rudy Kousbroek maak je kennis met het viertallig stelsel. We kijken ook naar een aantal andere getallenstelsels.
  4. Romeinse cijfers
    Hoe zat dat ook alweer met die Romeinse cijfers?
  5. Egypte
    Zo'n 2000 jaar v.Chr., dus zo'n 4000 jaar geleden werd er in het Oude Egypte al volop gewerkt met getallen.
  6. De Maya's
    De Maya's gebruikte een zestigtallig stelsel.
  7. Een stelsel oplossen
    Je kunt problemen soms oplossen met 'gezond verstand', maar je kunt soms handiger wiskunde gebruiken.
  8. De konijnen van Fibonacci
    De rij van Fibonacci is een bekende rij in de wiskunde. We kijken naar de rij en een aantal plekken waar je de rij kan tegen komen.
  9. De gulden snede
    De gulden snede heeft iets te maken met verhoudingen. Er wordt zelfs gesuggereerd dat de gulden snede een mooie verhouding is. Hoe kan je de gulden snede herkennen?
  10. Konijnen en groeimodellen
    In dit hoofdstuk kijken we naar drie groeimodellen. Grafieken, formules en een paar applets om mee te spelen...
  11. Wat is relatief?
    Heel simpel gezegd zou je kunnen zeggen dat 'relatief' iets te maken heeft met procenten, maar dat is te simpel. Wat is nu eigenlijk precies het verschil tussen 'absoluut' en 'relatief'?
  12. Hoe pak je een wiskundeopgave aan?
    Los van de 'wiskunde' zijn er nog wel een aantal 'algemene tips' die je kunnen helpen bij het maken van opgaven.
  13. Eindopdracht
    De eindopdracht bestaat uit 10 opgaven uit de rekentoets.
Uit het EXAMENPROGRAMMA:
  • Domein A: Vaardigheden
    • Subdomein A1: Informatievaardigheden
      • De kandidaat kan, mede met behulp van ICT, informatie verwerven, selecteren, verwerken, beoordelen en presenteren.
    • Subdomein A2: Onderzoeksvaardigheden
      • De kandidaat kan een gegeven probleemsituatie inventariseren, vertalen in een wiskundig model, binnen dat model wiskundige oplostechnieken hanteren en de gevonden oplossingen betekenis geven in de context.
    • Subdomein A3: Technisch-instrumentele vaardigheden
      • De kandidaat kan bij raadplegen, verkennen en presenteren van wiskundige informatie en bij uitvoeren van wiskundige bewerkingen en redeneringen gebruik maken van toepassingen van ICT.
http://www.examenblad.nl
  • We zijn benieuwd...:-)