f(x)=x2g(x)=x2−4x+3
De gemeenschappelijke raaklijn raakt f in x=p en g in x=q.
- Bereken de waarde van p en q.
Je kunt g opvatten als een translatie van f. Je krijgt dan:
P(p,p2)Q(p+2,p2−1)a=p2−1−p2p+2−p=−12=−12f′(p)=2p=−12⇒p=−14q=p+2=−14+2=134
Maar ja... ga dat maar 's uitleggen dan...:-)