maandag 26 februari 2018

Drie punten op een lijn

Gegeven: zijn drie punten op een lijn A( 19, -8), B(13, 1) en C(9, c).
  • Bereken c.

  • Hoe zou je dat (handig) berekenen? 


\(
\eqalign{
  & a = \frac{{1 -  - 8}}
{{13 - 19}} = \frac{9}
{{ - 6}} =  - 1\frac{1}
{2}  \cr
  & y =  - 1\frac{1}
{2}\left( {x - 9} \right) + c  \cr
  & 1 =  - 1\frac{1}
{2}\left( {13 - 9} \right) + c  \cr
  & c = 7 \cr}
\)