woensdag 17 februari 2016

4 HAVO wiskunde A hoofdstuk 5

Voorbeeld
Neem 's aan je hebt 70 munten. Dat zijn munten van 1 euro en munten van 2 euro. De totale waarde is 110 euro.
  • Hoeveel munten van 1 euro heb je dan?
Uitwerking

Neem x is het aantal ééneuromunten en y is het aantal twee-euromunten. Dan geldt:
x+y=70 en x+2y=110
Neem nu (bijvoorbeeld) y=70x en vul dat in de tweede vergelijking in. Je krijgt dan:
x+2(70x)=110
x+1402x=110
x=30
x=30
Je hebt dan 30 ééneuromunten en 40 twee-euromunten. 

Maar is dat handig?
In de klas leek het oplossen van stelsels toch net even iets handiger. Maar wacht 's even... Dat was een opdracht van de 'wiskunde & konijnen'. Misschien moet ik dat er 's ingooien... die opdracht dan...